A tram travels down a leaf-strewn street in autumnal Zürich, Switzerland's urban landscape.

Katootje stopt de tram

Een verhaal van de stadsclown van Delft Brum-brum! Daar gaan we weer, Katootje en ik, de stad door. Katootje is mijn kleine wagentje — grijs van kleur, maar allesbehalve saai. Ze heeft lange wimpers naast haar koplampen, bloemen en vlinders op haar deuren, en achterop een grote opwindsleutel die zachtjes meedraait als ze rijdt. Een…

Een verhaal van de stadsclown van Delft

Brum-brum!

Daar gaan we weer, Katootje en ik, de stad door.

Katootje is mijn kleine wagentje — grijs van kleur, maar allesbehalve saai. Ze heeft lange wimpers naast haar koplampen, bloemen en vlinders op haar deuren, en achterop een grote opwindsleutel die zachtjes meedraait als ze rijdt.

Een echte vrolijkerd, met een hart vol avontuur.

Samen rijden we door heel Delft: van de Voorhof tot het Stationshuis, waar we elke woensdagmiddag Repair Kid doen. Daar halen we oude apparaten uit elkaar om te zien wat erin zit. Soms maken we er iets nieuws van, soms zelfs kunst.

Altijd gezellig.

Maar die dag… liep het een béétje anders.

We reden net bij de rotonde van de Martinus Nijhofflaan, toen Katootje zachtjes bromde:

“Clown… kijk daar!”

En ja hoor — midden op de trambaan stond een scootmobiel. En daarachter kwam de tram al aan!

“Ho, stop!” riep de clown, en Katootje piepte van schrik.

Snel werd ze aan de kant gezet, en hup — de clown sprong de trambaan op.

Gelukkig kwam er ook een student op de fiets aan, die meteen hielp. Samen zwaaiden ze naar de trambestuurder, en de tram kwam langzaam tot stilstand.

De meneer met de scootmobiel stond erbij, helemaal van slag. Zijn scootmobiel was op slot geslagen en wilde niet meer bewegen. Zelfs niet toen ze de noodstand probeerden. Het ding zat muurvast.

Toen kwam de buurtverbinder van de Voorhof aanfietsen.

“Hé clown, heb je hulp nodig?” riep ze.

En ja hoor, nog twee mensen op het zebrapad kwamen erbij

Met z’n zessen tilden ze de scootmobiel op — één, twee, drie, hop! — en zetten hem veilig op de vluchtheuvel.

De meneer — hij heette Arie — was flink geschrokken.

Hij had geen telefoon, geen papiertje, niks bij zich.

Dus zei de clown:

“Weet je wat, Arie? Kom maar mee. Katootje brengt je veilig thuis.”

En zo gebeurde het.

Samen reden ze door de wijk, de wind zacht langs hun wangen, Katootje trots brommend voorop.

Bij het huis aangekomen glimlachte Arie weer een beetje.

Twee dagen later reed de clown opnieuw langs de plek.

De scootmobiel was weg.

Opgehaald, vast door Mediapoint.

Alles goedgekomen dus.

En Katootje?

Die glom nog dagenlang.

“Ik heb een tram gestopt,” zei ze.

“En Arie gered.”

Ja, dat had ze.

Een echte held, die Katootje grijs met wimpers, bloemen, vlinders en een opwindsleutel, maar met het hart van een reus.En zo bewijst Katootje weer: ook kleine wagentjes kunnen grote helden zijn.

Elke week rijdt de stadsclown van Delft met haar wagentje Katootje door de stad op zoek naar verwondering, verbinding en verhalen.”